Indien u (en uw eventuele toeslagpartner) aan de navolgende voorwaarden voldoet, heeft u recht op kinderopvangtoeslag als bijdrage in de kosten van kinderopvang:
Op deze pagina kunt u lezen wie de Belastingdienst aanmerkt als uw toeslagpartner.
Voor pleeg- en adoptiekinderen en voor ouders die jonger zijn dan 18 jaar gelden eveneens de bovenstaande voorwaarden. Echter, in de navolgende gevallen gelden er wel aanvullende regels:
Als één van deze gevallen voor u van toepassing is, kunt u op de hier teruglezen hoe u de kinderopvangtoeslag kunt aanvragen.
Hoeveel kinderopvangtoeslag u kunt krijgen, hangt af van het inkomen van u en uw eventuele toeslagpartner, het aantal kinderen in de opvang, het aantal opvanguren waarvoor u recht heeft op kinderopvangtoeslag en of u en uw toeslagpartner studeren, een traject naar werk volgen, werken, of een inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling volgen.
Per kind kunt u voor maximaal 230 uren kinderopvangtoeslag krijgen. Voor de kinderopvangtoeslag geldt ook een maximum uurtarief. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen het soort kinderopvanginstelling (gastouderbureau of kindercentrum) en het soort opvang (dagopvang of buitenschoolse opvang). De maximale uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld en zijn terug te vinden op de website van de Rijksoverheid. Indien het door u te betalen tarief meer is dan het maximale tarief, dan dient u zelf het verschil bij te betalen. Indien het door u te betalen tarief minder is dan het maximale tarief, dan betaalt de Belastingdienst u het werkelijke tarief uit.
Zorg ervoor dat u de kinderopvangtoeslag binnen drie maanden na de maand waarin uw kind voor het eerst naar de opvang gaat, aanvraagt. Indien u deze toeslag te laat aanvraagt, verliest u het recht op kinderopvangtoeslag en loopt u deze toeslag dus mis!
Tip: De kinderopvangtoeslag wordt standaard op uw eigen rekening uitbetaald, tenzij u de Belastingdienst verzoekt de toeslag rechtstreeks naar de kinderopvanginstelling over te maken. In dit geval dient u wel aan de door de Belastingdienst gestelde uitbetalingsvoorwaarden te voldoen, welke u op hun website kunt nalezen. Aangezien u ten alle tijden zelf aansprakelijk blijft voor het terugbetalen van de eventueel te veel uitbetaalde kinderopvangtoeslag, adviseer ik u de betalingen aan de kinderopvanginstelling in eigen beheer te houden.
Indien u (en uw eventuele toeslagpartner en medebewoner(s)) aan de navolgende voorwaarden voldoet, heeft u recht op huurtoeslag (voorheen huursubsidie) als bijdrage in de huurkosten:
Op deze pagina kunt u lezen wie de Belastingdienst aanmerkt als uw toeslagpartner.
Indien u in het buitenland werkt terwijl u in Nederland woont, heeft u ook gewoon recht op huurtoeslag als u aan bovenstaande voorwaarden voldoet. Echter, als u in het buitenland woont, heeft u uiteraard geen recht op huurtoeslag.
In de navolgende gevallen kunt u ook recht hebben op huurtoeslag, of u krijgt zelfs meer huurtoeslag dan als u aan de gebruikelijke voorwaarden voldoet:
Als één van deze gevallen voor u van toepassing is, kunt u op de website van de Belastingdienst teruglezen hoe u de huurtoeslag kunt aanvragen.
De huurtoeslag van 2015 kan tot 1 September 2016 worden aangevraagd, aangezien de Belastingdienst stelt dat de huurtoeslag voor het huidige jaar, tot 1 September van volgend jaar mag worden aangevraagd. Echter, indien u uitstel heeft gekregen voor uw belastingaangifte over een bepaald jaar, dan mag u voor dat jaar de huurtoeslag aanvragen tot aan de datum waarop uw belastingaangifte bij de Belastingdienst binnen moet zijn.
Tip: Om te voorkomen dat u achteraf het eventueel te veel ontvangen bedrag aan huurtoeslag dient terug te betalen terwijl u hierover niet meer beschikt, adviseer ik de maandelijkse uitkering op een spaarrekening te storten in afwachting van de Definitieve Berekening Toeslagen over het desbetreffende jaar. Deze definitieve berekening ontvangt u uiterlijk binnen 6 maanden nadat alle inkomens van uw huishouden definitief zijn vastgesteld, m.a.w. na ontvangst van de Definitieve Aanslag Inkomstenbelasting.
Een onderhuurder kan niet uw toeslagpartner zijn en telt dus ook niet mee voor uw huurtoeslag. Echter, indien u huurtoeslag ontvangt, dient u wel binnen vier weken aan de Belastingdienst door te geven als u een onderhuurder krijgt. Anders ziet de belastingdienst uw onderhuurder als medebewoner met alle gevolgen van dien. De onderhuur dient in een schriftelijke huurovereenkomst te worden vastgelegd.
In 2015 is de onderhuur vrijgesteld van inkomstenbelasting tot een bedrag van € 4.945 per jaar (inclusief een eventuele vergoeding voor het gebruik van gas, water, licht, meubilair, etc.). Het verhuurde dient deel uit te maken van uw eigen woning en geen zelfstandige woonruimte te zijn. Tevens dienen u en de onderhuurder gedurende de gehele huurperiode ingeschreven te zijn op het adres van de woning en dient de verhuur niet van korte duur te zijn, zoals bij vakantiegasten. Meer informatie over de kamerverhuurvrijstelling vindt u op de website van de Belastingdienst.
Indien u (en uw eventuele toeslagpartner) aan de navolgende voorwaarden voldoet, heeft u recht op kindgebonden budget als bijdrage in de kosten van uw kinderen tot 18 jaar:
Samenstelling Huishouden | Maximaal Kindgebonden Budget 2015 |
---|---|
Gezin met één kind | € 1.032 per jaar |
Gezin met twee kinderen | € 1.823 per jaar |
Gezin met drie kinderen | € 2.006 per jaar |
Gezien met minimaal vier kinderen | € 2.112 per jaar + € 106 voor ieder volgend kind |
Op deze pagina kunt u lezen wie de Belastingdienst aanmerkt als uw toeslagpartner.
Note: Indien u alleenstaande ouder bent, krijgt u in 2015 - afhankelijk van uw inkomen - maximaal € 3.050 meer kindgebonden budget (de alleenstaande ouderkop). U krijgt ook meer kindgebonden budget indien uw kind in 2015 12 of 16 jaar wordt, ter tegemoetkoming in de schoolkosten.
In de navolgende gevallen kunt u toch nog recht hebben op het kindgebonden budget, terwijl u niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet:
Als één van deze gevallen voor u van toepassing is, kunt u op de website van de Belastingdienst teruglezen hoe u het kindgebonden budget kunt aanvragen.
Het kindgebonden budget van 2015 kan tot 1 september 2016 worden aangevraagd, aangezien de Belastingdienst stelt dat het kindgebonden budget voor het huidige jaar, tot 1 september van volgend jaar mag worden aangevraagd. Echter, indien u uitstel heeft gekregen voor uw belastingaangifte over een bepaald jaar, dan mag u voor dat jaar het kindgebonden budget aanvragen tot aan de datum waarop uw belastingaangifte bij de Belastingdienst binnen moet zijn.
Tip: Om te voorkomen dat u achteraf het eventueel te veel ontvangen bedrag aan kindgebonden budget dient terug te betalen terwijl u hierover niet meer beschikt, adviseer ik de maandelijkse uitkering op een spaarrekening te storten in afwachting van de Definitieve Berekening Toeslagen over het desbetreffende jaar. Deze definitieve berekening ontvangt u uiterlijk binnen 6 maanden nadat alle inkomens van uw huishouden definitief zijn vastgesteld, m.a.w. na ontvangst van de Definitieve Aanslag Inkomstenbelasting.
Indien u (en uw eventuele toeslagpartner) aan de navolgende voorwaarden voldoet, heeft u recht op zorgtoeslag als bijdrage in de kosten van uw Nederlandse zorgverzekering:
Note: Het vermogen van uw minderjarige kinderen die op hetzelfde adres staan ingeschreven, telt mee als uw eigen vermogen. Echter, indien u maar een deel van het jaar een toeslagpartner heeft, dan telt het vermogen van deze partner niet mee om te bepalen of u recht heeft op zorgtoeslag.
Op deze pagina kunt u lezen wie de Belastingdienst aanmerkt als uw toeslagpartner.
Indien u in 2015 de AOW leeftijd heeft of bereikt, indien u in 2015 18 jaar wordt, indien u in 2015 militair, gedetineerd, gemoedsbezwaard of een buitenlandse student bent, of indien u in 2015 in het buitenland werkt of woont, gelden er aanvullende regels, welke u op de website van de Belastingdienst kunt nalezen.
De zorgtoeslag van 2015 kan tot 1 september 2016 worden aangevraagd, aangezien de Belastingdienst stelt dat de zorgtoeslag voor het huidige jaar, tot 1 september van volgend jaar mag worden aangevraagd. Echter, indien u uitstel heeft gekregen voor uw belastingaangifte over een bepaald jaar, dan mag u voor dat jaar de zorgtoeslag aanvragen tot aan de datum waarop uw belastingaangifte bij de Belastingdienst binnen moet zijn.
Tip: Om te voorkomen dat u achteraf het eventueel te veel ontvangen bedrag aan zorgtoeslag dient terug te betalen terwijl u hierover niet meer beschikt, adviseer ik de maandelijkse uitkering op een spaarrekening te storten in afwachting van de Definitieve Berekening Toeslagen over het desbetreffende jaar. Deze definitieve berekening ontvangt u uiterlijk binnen 6 maanden nadat alle inkomens van uw huishouden definitief zijn vastgesteld, m.a.w. na ontvangst van de Definitieve Aanslag Inkomstenbelasting.
Indien u in een huurhuis woont, of kinderen heeft, kunt u wellicht gebruik maken van belastingtoeslagen als bijdrage in de hieraan gerelateerde kosten. Er bestaan in totaal vier verschillende toeslagen, te weten:
Voor het bepalen van de hoogte van de toeslagen, kijkt de Belastingdienst met name naar uw inkomen. De toeslagen zijn immers bedoeld om de mensen met een laag inkomen te compenseren. Dus, hoe meer u verdiend, hoe minder u aan toeslagen zult ontvangen. In het geval u een toeslagpartner heeft, zal er uiteraard gekeken worden naar het gezamenlijke inkomen. Enkel voor de huurtoeslag wordt er ook gekeken naar het inkomen van uw eventuele medebewoners.
Naast het inkomen, kijkt de Belastingdienst voor het toekennen van de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de huurtoeslag ook naar het vermogen per 1 januari van het jaar waarover u toeslag wilt aanvragen. Indien uw vermogen, of het gezamenlijke vermogen van u en uw fiscale partner te hoog wordt geacht, ontvangt u deze toeslagen namelijk niet.
Als u op één van de bovenstaande 4 links klikt, kunt u per toeslag terugvinden of u daar recht op heeft.
Indien u zelf wilt berekenen hoeveel toeslag u kunt krijgen, kunt u met deze rekenhulp een proefberekening maken. Voor het zelf aanvragen van uw belastingtoeslagen kunt u terecht op https://mijn.toeslagen.nl/.
Op deze pagina kunt u lezen wie de Belastingdienst aanmerkt als uw toeslagpartner.
Indien u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, is uw partner tevens uw toeslagpartner. Echter, als u niet op hetzelfde adres staat ingeschreven, telt uw toeslagpartner niet mee voor de huurtoeslag.
Indien u niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft, dan kan – in één van de volgende situaties – iemand anders die op hetzelfde adres staat ingeschreven, uw toeslagpartner zijn:
Indien u met meerdere mensen op hetzelfde adres staat ingeschreven, dan wordt uw toeslagpartner bepaald door de eerst mogelijke situatie. Bijvoorbeeld, u heeft met één van uw medebewoners samen een kind (situatie 2) en met een andere medebewoner bent u eigenaar van de woning (situatie 5), dan is de medebewoner met wie u samen een kind heeft, uw toeslagpartner.
U kunt ook toeslagpartners zijn met uw kind, kleinkind, (groot)ouder, broer of zus, mits u beiden wel 27 jaar of ouder bent.
U bent elkaars toeslagpartner vanaf het moment dat u trouwt of geregistreerde partner bent, of vanaf het moment dat u aan één van de acht bovenstaande voorwaarden voldoet.
Indien u al op hetzelfde adres woont maar pas later in het jaar elkaars toeslagpartner wordt, dan geldt dat u elkaars toeslagpartner bent vanaf de dag dat u op hetzelfde adres woont. Bijvoorbeeld als u vanaf 1 maart samenwoont en op 1 november trouwt, dan bent u elkaars toeslagpartner vanaf 1 maart.
Als u vóór 1 januari op hetzelfde adres woont, dan geldt dat u elkaars toeslagpartner bent vanaf 1 januari. Bijvoorbeeld als u vanaf 1 december gaat samenwonen en per 1 september volgend jaar een samenlevingscontract afsluit bij de notaris, dan bent u met terugwerkende kracht vanaf 1 januari elkaars toeslagpartner.
KVK: 37125796
BTW: NL1853.27.084.B01
IBAN: NL03ABNA0551418443